Mijn Favoriete Desserts

Voor mij op de keukentafel ligt het schitterende boek van Janneke Philippi ‘mijn favoriete DESSERTS’. Terwijl ik zit te glimlachen naar de zalige charlotte die op de kaft prijkt, (ja echt, ik kan lachen naar eten) voel ik de bak- en kookkriebels toeslaan,

1645

Door Diana Tol – Ik sla het boek open en glimlach niet meer, maar lach hardop. Want wat lees ik daar op één van de eerste bladzijdes? “Vergeet uren kloppen, mixen en bakken in de keuken. De meeste van mijn favoriete desserts vragen niet meer dan 30 minuten en maak je met een handvol ingrediënten”.

Terwijl ik door het boek blader, moet ik uitkijken dat ik niet ga kwijlen. De foto’s zijn namelijk prachtig! Janneke is een foodstylist en zo te zien een goede ook.
Het boek is verdeeld in 17 hoofdstukken, maar eigenlijk interesseert mij dat nu helemaal niets.
Begrijp mij niet verkeerd; ik vind het geweldig dat er een speciaal hoofdstuk aan rabarber is gewijd. Zo’n heerlijk rabarber weckpotje met citroen-tijmsuiker lijkt mij zalig. Dat geldt ook voor de pittige rabarbersorbet, maar net zo goed voor de pralinépakketjes uit het hoofdstuk ‘Chocolade’ en de koffiecakejes met room uit het hoofdstuk ‘Koffie’. Ook van de desserts uit de hoofdstukken ‘Pudding’, ‘Crumble’ en zelfs ‘Desserts met groente’ word ik blij. Wat een overvloed aan originele en mooi ogende nagerechten.

Het is zondagmiddag. Vanavond eten we met zijn tweeën gewoon een pompoensoepje, maar ik heb nu echt zin om iets uit dit geweldige boek te gaan maken. In het hoofdstuk ‘Parfait & semifreddo’ staat een recept voor ‘snelle MERINGUEparfait’ en, werkelijk, ik heb alles gewoon in de kast staan.
De meringues zijn gekleurd en gechocolateerd, maar dat kan het probleem niet worden.
Binnen 5 minuten heb ik de slagroom geklopt en daar de (Griekse) yoghurt, de verkruimelde eiwitschuimpjes en wat kaneel doorheen geroerd. Het mengsel in bergjes op een platte plaat scheppen is ook de moeite niet. Het heen en weer lopen naar de extra vriezer in de garage kost mij nog de meeste tijd. Wat een giller.
Als wij 2 uur later ons soepje op hebben, zetten wij allebei vol afwachting onze tanden in de parfait.
“Mmmm”, denk ik. “Mjommjom”, zegt Henk. Ik krijg een spontane kus van een verliefd kijkende echtgenoot. Het is mij niet helemaal duidelijk of die verliefde blik voor mij, of voor ‘zijn’ parfait is bedoeld. Hoe ging die uitdrukking over de liefde van een man ook alweer?

Wat een feest is dit boek. Dat vinden de vrienden die het ‘romig MANGO-ijs’ krijgen voorgeschoteld ook. Het ijs had iets steviger gemogen en lijkt nu een beetje op softijs. Misschien omdat ik het mengsel van tevoren had klaargemaakt, zodat het kon ‘draaien’, terwijl ik aan het koken was. Of misschien omdat het toch te kort in de vriezer heeft gestaan. Geen idee en geen probleem. Als je zonder uren wacht-, koel- en vriestijd zulk lekker romig ijs op tafel zet, klaagt er niemand!

Een paar weken later komt één van mijn schoonzussen logeren en zie ik ook bij haar een verliefde blik. Niet meteen, nee, het duurde even. Toen zij bij ons aankwam, was zij gewoon haar vrolijke, blije zelf. Tijdens het avondeten zag ik al wat sprankjes liefde over de tafel schieten, maar tijdens het dessert was er geen houden meer aan. Pure liefde was het die de ‘sinaasappelCHOCOMOUSSEtaart’ opriep. Bij ons alle drie trouwens. We zitten te genieten alsof we nog nooit sinaasappel, chocolade of mousse hebben gegeten. En in zekere zin is dat ook zo; want wat is dit heerlijk, heerlijk, heerlijk.test_favoriete desserts
Als dessert, als gebak, als….altijd!
Dat komt mooi uit, want de taart is voor 8 tot 10 personen en hoe wij ons best ook doen, we krijgen het niet op. De volgende dag dus gewoon nog een stukje. En wat vervelend nou: smaakt het de tweede dag nóg lekkerder.
Alhoewel ik toch een beetje aan mijn lijn moet denken met al die heerlijkheden die ik ook moet proeven als ik ze heb gemaakt, besluit ik toch nog een vierde recept uit dit fantastische boek te maken. Het slotstuk wordt ‘WIJNBLUF met tijm’. En wat een slotstuk. Kennen jullie het toetje ‘Haagse bluf’? Nou, dit is de betere variant. Niks bessensap, maar lekkere volle rode wijn. Volwassen ’luchtigheid’ met een zalig vleugje tijm.

Wat kan ik nog zeggen over dit boek wat jullie inmiddels zelf nog niet hebben begrepen? Dat je écht naar de winkel moet rennen, dit boek moet kopen en er meteen mee aan de slag moet gaan? Dat als je niet kunt koken of bakken, dat dit helemaal niets uitmaakt, omdat deze receptuur zo makkelijk te volgen is? Dat als je niet kunt lezen, je dit boek als platenboek in huis moet hebben? Nee, ik zeg: “Wat een boek, wat een boek, wat een boek!”