Door Diane Tol – Of ik iets uit het boek ‘Dolci’ wilde bakken, werd me gevraagd. Hoezo ‘willen’ bakken, dacht ik. Hier met dat boek!
Er is iets met de Italiaanse keuken waar ik helemaal blij van word. Of het nu onze gemeenschappelijke liefde voor eten is, of het feit dat alles in het Italiaans gewoon héérlijk klinkt: Italiaans koken en bakken vind ik geweldig. Dolci betekent ‘zoetigheden’ en lekkers en daar word ik vrolijk van! En luister eens naar ‘Biscotti alle nocciole’… Dat gaat verder dan vrolijkheid en klinkt toch bijna als een liefdesverklaring? Met vlinders in mijn buik begin ik aan de hazelnootkoekjes. Dat klinkt gelijk een heel stuk aardser, maar niets is minder waar! Binnen twintig minuten liggen de makkelijk te maken biscotti af te koelen op een rooster. Ik heb al gesnoept van het deeg en ook de nog warme biscotti waren niet helemaal veilig. Gelukkig weet ik me te beheersen. Nou ja, beheersen? De biscotti bicolori heb ik ook gebakken (in het Nederlands zijn dit chocoladespiraaltjes). Ook daarvan heb ik me de restjes deeg al goed laten smaken. Mamma mia! Tenslotte maak ik ook nog Amaretti. Natúúrlijk maak ik Amaretti, ik maak ze zelfs twee keer. Eén keer volgens het boek en één keer freestyle; ik spuit het deeg uit op de bakplaat en snij het na het bakken in gelijke stukjes. Eenmaal afgekoeld plak ik twee helften met pure chocolade aan elkaar. s ’Avonds neem ik mijn dolci mee naar een jeugdgroep en 25 paar ogen kijken verlekkerd naar de afgeladen schaal koekjes. ‘Neem maar hoor’, zeg ik. Dat laten ze zich geen twee keer zeggen. Natuurlijk had ik de koekjes zelf af geproefd, maar ik ben toch erg benieuwd hoe ze worden beoordeeld. De jeugd is het met me eens: wat een heerlijkheid. Ook de freestyle amaretti zijn erg lekker geworden. Ze smaken als bokkepootjes, maar dan geüpgraded. De koekenbakker in mij is zeer tevreden!
Uiteraard ben ik nog niet klaar met ‘Dolci’. Nee, ik heb nog twee afspraakjes staan met dit erg fijne boek. Dat het wat moeilijk blijft openliggen, kan mijn pret niet bederven. Met wat vriendelijke doch stevige druk, is dat probleem opgelost. Tortine ciocco-cocco klinkt ook in het Nederlands niet verkeerd: chocolade-kokos-tartelettes. Mijn twee favoriete ingrediënten! Alhoewel het recept een gemiddelde moeilijkheidsgraad heeft, is het in alle eerlijkheid gewoon wel erg simpel. Misschien ligt de moeilijkheidsgraad in het feit dat niet alles echt duidelijk wordt uitgelegd. Er staat bijvoorbeeld dat het deeg moet worden uitgerold, maar hoe dik het moet zijn mag je zelf uitzoeken. Gelukkig staat er bij ieder recept een hele mooie en duidelijke foto. Zo kan ik afkijken hoe dik de tartelettes worden. Ik rol er meteen vrolijk op los en heb een heleboel deeg over. Dat zal de bedoeling niet zijn. Dus ik begin weer opnieuw en maak mijn minitaartjes toch maar iets dikker. Het deeg smaakt goed, net als de vulling, dus er kan niet veel meer mis gaan. Die gedachte blijkt helemaal goed. Er is inderdaad helemaal niets mis met mijn tortine. Sterker nog, ze zijn heerlijk. En die vulling? Mjam, mjamtaartjes!
Nog één afspraak te gaan met ‘Dolci’. De crostata di mandorle, oftewel amandeltaart, heeft mij vanaf het begin gefascineerd. Ik ben dol op rustieke baksels en dit is er zo één.
Een beetje afgeleid doe ik alles volgens het recept in mijn keukenmachine. Ik vraag mij af wat voor ‘broodkruim’ dit boek in gedachten heeft. Het mengsel draait nu al een minuut, maar lijkt hooguit op broodméél. Nou ja, misschien bedoelen ze dat ook wel. Ik doe de eieren en citroenschil bij het mengsel en net als ik ook de vanille wil toevoegen, daagt het me: waar is de boter in dit recept gebleven? Het staat wel aangegeven als nodig voor het deeg, maar wordt vervolgens nergens meer genoemd. Dat is even jammer. Knorrig schep ik de eieren en citroenrasp zo goed mogelijk uit het deeg, voeg de boter toe en laat de machine weer zijn werk doen. Nu zie ik wel kruimelig deeg. Ja zeg, die snap ik. Jammer dat dit makkelijke recept op deze manier ingewikkeld zou kunnen worden. Dat gevoel blijft als ik mijn bakvorm na tien minuten blind bakken uit de oven haal. Volgens instructie heb ik het bakpapier natgemaakt, en uitgeknepen op het deeg gelegd en daar vervolgens mijn blinde vulling op gedaan. Terwijl ik het papier omhoog haal, zie ik de hele taartbodem meekomen. Dat is niet dolci, dat is donders!
Enigszins agressief schraap ik het deeg van mijn bakpapier en knutsel het weer in mijn taartvorm. Vervolgens gooi ik de ongevulde taart nog eens tien minuten de oven in. Zo, dat zal ‘m leren. Even later ben ik gewoon weer mijn kalme zelf als ik de taart vul en nog eens in de oven zet. Dertig minuten later haal ik een prachtig taartje uit de oven. Gelukkig, want ik heb het taartje gebakken voor een verjaardagsfeestje de volgende dag.
Natuurlijk wil ik wel weten hoe mijn crostata smaakt, dus ik snij een heel klein puntje uit mijn taartje. Tenminste, dat probeer ik: het taartje is snoeihard. Het stukje dat ik er met pijn en moeite tussenuit gezaagd krijg, voldoet al helemaal niet aan mijn verwachtingen. Het deeg is keihard en de vulling valt uit elkaar. De enige manier om dit te eten is met stoffer en blik. Nou, lekker dan! De volgende dag zet ik het taartje toch neer bij de tartelettes en het snel nog gekochte gebak. Al was het alleen maar om te laten zien dat ik echt wel voor ze aan het bakken ben geweest. Mijn schoonzusje wil na het horen van mijn verhaal toch heel graag een stukje proeven van mijn hoofdpijnveroorzaker. Verrassend makkelijk ga ik met mijn taartmes door de crostata heen. De vulling blijft mooi zitten en het resultaat is dan ook een heel prettig uitziend stukje amandeltaart. Nou zeg! Benieuwd neem ik zelf ook een stukje en eigenlijk wil iedereen wel proeven. Het taartje blijkt in een dag getransformeerd te zijn!
Wat vind ik nu uiteindelijk van ‘Dolci’? Het bakken ging niet helemaal van een leien dakje, want de instructies zijn niet altijd compleet of duidelijk. Toch ben ik blij dat ik dit boekje in mijn kast heb staan. Alles wat ik gebakken heb, was ronduit zalig. Blijf dus bij de les en laat de crostata en tortine staan tot de volgende dag, dan wordt het geheid een Italiaans feest op je gebaksbordje. Dolci, voor een dolce vita!
Titel: Dolci
Auteur: De zilveren Lepel Kookschool
Uitgever: Spectrum
ISBN: 9789000347803
Aantal pagina’s: 175
Aantal recepten: 75
Taal: Nederlands
Adviesprijs: € 15,-
Moeilijkheidsgraad: Makkelijk tot gemiddeld