Ik proef een uitdaging

Een taart staat voor mij nog altijd symbool voor het vieren van een heuglijk feit. Bij een verjaardag, bruiloft, jubileum of gewoon bij de koffie op een door zonovergoten terras hoort taart. Weliswaar niet voor mij persoonlijk, maar gewoon vanuit het algemeen perspectief bezien. Zelfs bij een uitvaart mag in mijn optiek zeker geen taart ontbreken.

1256

Taart spreekt niet alleen iets feestelijks uit, maar ook waardering, tevredenheid alsmede een non-verbaal woordje van dank, gezelligheid en in zekere zin wellicht ook geluk dan wel troost. Taart heeft en geeft iets extra’s, in welke vorm dan ook. Het benadrukt dat ene speciale moment en dat passen we veelal – uitzonderingen daar gelaten natuurlijk – op de juiste momenten en in passende vormgeving toe. Van het sobere plakje cake tijdens een uitvaart, tot en met door smaakvolle toeters en bellen behangen bruids- en verjaardagstaarten. Kortom, taart is niet zomaar een gebakken ding, maar een positieve toevoeging aan ons dagelijks bestaan. Echter, van al hetgeen hierboven omschreven staat valt merkwaardig genoeg binnen onze taal maar bitter weinig terug te vinden. Integendeel zelfs, feitelijk bezien helemaal niets. Nada, noppes… zero… nothing at all.

Algemeen bekend is de uitdrukking “ouwe taart” waar achter de aanduiding voor een oudere vrouw schuil gaat, terwijl er minder bekende varianten zijn als: “Iemand van de taart geven.” c.q. “Iemand een taart geven.” (wat in beide gevallen staat voor iemand een draai om zijn oren geven), “Van de taart krijgen.” (pakslaag) en het evenzo vage “Hij moest de taart eten.” wat zou betekenen dat hij het gelag diende te betalen. Toegegeven, had er persoonlijk nog nooit van gehoord, maar kennelijk zijn er bepaalde gebiedsdelen binnen onze monarchie waar deze kreten wel bekend in de oren zullen klinken. Wie het weet mag het zeggen.

Onbekend of niet, maar mogelijk is dit wel de verklaring voor een andere, meer bekende, toepassingsvorm van dit geliefde baksel, het taartgooien. Heb het zelf nog nooit gedaan, noch aan den lijve ondervonden, maar met name binnen politieke kringen schijnen enkele ervaringsdeskundigen rond te lopen. Op zich zijn het onschuldige uitingen van ongenoegen – in de volksmond ook wel ludiek genoemd – maar persoonlijk zie ik er het nut, noch de humor, van in. Gooien met eten vind ik sowieso al van een misplaatste decadentie getuigen, maar een taart – het symbool voor alles wat haaks op negativiteit staat – als uiting van ongenoegen gebruiken, slaat voor mij werkelijk als een tang op een gebakkie. Een taart als wapen staat voor mij gelijk aan een bosje handgranaten op Valentijnsdag, kerstliedjes bij de intocht van Sinterklaas, een felicitatiekaart ter condoleance of een fles champagne ontkurken tijdens de jaarlijkse bijeenkomst voor geheelonthouders. Doe je niet, want er zijn nu eenmaal zo van die dingen in het leven die je absoluut in hun waarde dient te laten, dan wel dient te gebruiken waar ze daadwerkelijk voor gebruikt moeten worden. En voor alle duidelijkheid, ook het gooien van een taart ter ondersteuning van een humoristisch gebeuren, zoals met name in films uit de oude doos meer dan gebruikelijk was, kan mij allesbehalve doen bekoren. Integendeel. Onderbroekenlol met remspoor, gaat nergens over. Ik lig er niet wakker van, maar dit is een kwestie van smaak waar wat mij betreft wel degelijk over te twisten valt.

Maar dat terzijde, terug naar waar ik feitelijk over begonnen ben, de taart en het woordenboek. Het positieve element, met de negatieve associatie, daar moet toch iets beters van te bakken zijn. Dus kom maar op met jullie literaire ingeving, dan wel taalkundige creaties en bedenk een passend gezegde en/of spreekwoord waarmee de taart met opgeheven hoofd de woordenboeken in kan gaan.